Over Kaatsheuvel, Kersthuis en columns
Sjaak Koolen is geboren (in 1952) en getogen in Kaatsheuvel, maar woont nagenoeg zijn hele volwassen leven in Waalwijk. Ongeveer even lang werkt hij als journalist bij het Brabants Dagblad, waar hij vele functies vervulde. Zo'n zestien jaar werkte Sjaak in het Brabants Dagblad-kantoor in Waalwijk. Na de sluiting daarvan verkaste hij naar de redactie in Den Bosch, om van daaruit over Waalwijk en De Langstraat te schrijven. Onder meer de Waalwijkse politiek mag rekenen op zijn warme belangstelling. Veel fans heeft Sjaak verworven met zijn spraakmakende zaterdagse columns, die tegenwoordig eens per veertien dagen in de krant staan. Een boekje met daarin 51 van zijn columns was in 2009 een groot verkoopsucces in De Langstraat.
Met een van zijn columns was hij - eind 2011 - de aanstichter van Kersthuis Waalwijk. Hij hekelde daarin de sfeerloosheid van het Waalwijkse centrum tijdens de decembermaand. Een kerstboom moest toch mogelijk zijn... En waarom eigenlijk ook niet een Waalwijkse variant van het glazen huis... Die uitdaging werd meteen opgepakt door de Waalwijkse horeca-onderneemster Ina van Cromvoirt, groot pleitbezorger van hospice Francinus de Wind in Waalwijk. Zij nodigde Sjaak Koolen uit om met hem in Kersthuis Waalwijk te gaan bivakkeren, voor het goede doel. En de rest is geschiedenis...
Sjaak zette per 1 oktober 2016, na veertig jaar en een maand, een punt achter zijn werk bij het Brabants Dagblad. Hij zet zich in voor enkele goede doelen en is voorzitter van het bestuur van Stichting Centrummanagement Waalwijk.
Volg Sjaak op Twitter.
Met een van zijn columns was hij - eind 2011 - de aanstichter van Kersthuis Waalwijk. Hij hekelde daarin de sfeerloosheid van het Waalwijkse centrum tijdens de decembermaand. Een kerstboom moest toch mogelijk zijn... En waarom eigenlijk ook niet een Waalwijkse variant van het glazen huis... Die uitdaging werd meteen opgepakt door de Waalwijkse horeca-onderneemster Ina van Cromvoirt, groot pleitbezorger van hospice Francinus de Wind in Waalwijk. Zij nodigde Sjaak Koolen uit om met hem in Kersthuis Waalwijk te gaan bivakkeren, voor het goede doel. En de rest is geschiedenis...
Sjaak zette per 1 oktober 2016, na veertig jaar en een maand, een punt achter zijn werk bij het Brabants Dagblad. Hij zet zich in voor enkele goede doelen en is voorzitter van het bestuur van Stichting Centrummanagement Waalwijk.
Volg Sjaak op Twitter.
Eenvoudige letterknecht neemt afscheid van een manier van leven
Zijn nieuwshonger is nog niet verdwenen, maar aan alle dingen komt een eind: Sjaak Koolen is vanaf vandaag journalist in ruste. Nooit meer een primeur, nooit meer een vrolijk spottende column links op pagina twee.
Chris van Mersbergen
Waalwijk
De meeste verslaggevers ken je als krantenlezer hooguit van de naam boven een bericht of verhaal. Misschien ben je hem of haar toevallig eens tegengekomen, maar de kans is groter van niet. Zulks is op één man zeker niet van toepassing. Zeg Sjaak Koolen en bij de meesten van u zal meteen dat karakteristieke hoofd in de hersenpan tevoorschijn poppen. Het ronde brilletje, de halflang achterover gekamde grijzende haarpartij, het niet geheel verzorgde baardje.
Laten we er maar niet omheen draaien: een instituut gaat de krant verlaten. Dat vindt niemand leuk, behoudens misschien de niet bijster competente gemeentepolitici die ooit slachtoffer werden van zijn in vrolijk spottende inkt gedoopte pen. Maar ieder mens wordt ouder, Sjaak Koolen dus ook. Hij is 64. Vindt hij het leuk om de pen op te bergen? Nee. Het is even slikken, zeker wel.
(...)
Als er in zijn columns, behalve dat humor en (zelf)spot vaste ingrediënten zijn, één lijn te ontdekken valt, dan is het wel dat ze zijn geschreven vanuit de gewone man. De man op straat, die zich verbaast over kleine en soms grote dingen, zich ergert aan domme of geldverslindende beslissingen van de plaatselijke heren (meestal zijn het heren) politici. Uit hun naam gaf Sjaak de prutsende wethouder zo af en toe onder uit de zak. Moeilijk? "Nee, helemaal niet. Ik heb er ook helemaal geen spijt van. Die mensen hebben een publieke functie. En als ik ze de ogen niet open, wie dan wel?"
Bovendien, zegt hij: als hij zo'n wethouder op subtiele wijze te kakken zette als ongelooflijke domoor, had hij de persoon in kwestie ook persoonlijk al wel op de hoogte gesteld van zijn mening. "Als journalist ben je geen allemansvriend. Er zijn mensen die me geen goeiendag zeggen. Dat moeten zij weten, ik heb daar geen moeite mee. En ik zeg gewoon hallo."
(...)
Dat je als letterknecht, zo noemt hij zichzelf graag, door 'wat letters in de juiste volgorde te zetten' heel wat teweeg kan brengen, juist op lokaal niveau, daar is Sjaak toch wel het levende bewijs van. Zeur in een columnpje wat over de bedroevende uitstraling van het Wollukse winkelhart in kersttijd, opper semi-lollig om een eigen glazen huis neer te zetten om lokale goede doelen te steunen, en de bal gaat rollen. Dat gebeurde hem in 2011. Een jaartje later zat hij samen met horeca-uitbaatster Ina van Cromvoirt vier dagen in het Kersthuis, het geld stroomde binnen en er kwamen massa's mensen op de been. Dit jaar volgt de reprise, Sjaak heeft vanaf nu tenslotte toch tijd zat.
Journalist, dat ben je en dat blijf je, maar journalist van het Brabants Dagblad is Sjaak Koolen vanaf vandaag niet meer. (...) Bovenal neemt de krant afscheid van zijn belangrijkste man in het 'buitengewest' Waalwijk. In Den Bosch zouden ze zo iemand stadschroniqueur noemen. Maar zo'n woord, dat past niet bij de gewone Waalwijker. En dus ook niet bij Sjaak, de man die de gewone Waalwijker een stem gaf.
Chris van Mersbergen
Waalwijk
De meeste verslaggevers ken je als krantenlezer hooguit van de naam boven een bericht of verhaal. Misschien ben je hem of haar toevallig eens tegengekomen, maar de kans is groter van niet. Zulks is op één man zeker niet van toepassing. Zeg Sjaak Koolen en bij de meesten van u zal meteen dat karakteristieke hoofd in de hersenpan tevoorschijn poppen. Het ronde brilletje, de halflang achterover gekamde grijzende haarpartij, het niet geheel verzorgde baardje.
Laten we er maar niet omheen draaien: een instituut gaat de krant verlaten. Dat vindt niemand leuk, behoudens misschien de niet bijster competente gemeentepolitici die ooit slachtoffer werden van zijn in vrolijk spottende inkt gedoopte pen. Maar ieder mens wordt ouder, Sjaak Koolen dus ook. Hij is 64. Vindt hij het leuk om de pen op te bergen? Nee. Het is even slikken, zeker wel.
(...)
Als er in zijn columns, behalve dat humor en (zelf)spot vaste ingrediënten zijn, één lijn te ontdekken valt, dan is het wel dat ze zijn geschreven vanuit de gewone man. De man op straat, die zich verbaast over kleine en soms grote dingen, zich ergert aan domme of geldverslindende beslissingen van de plaatselijke heren (meestal zijn het heren) politici. Uit hun naam gaf Sjaak de prutsende wethouder zo af en toe onder uit de zak. Moeilijk? "Nee, helemaal niet. Ik heb er ook helemaal geen spijt van. Die mensen hebben een publieke functie. En als ik ze de ogen niet open, wie dan wel?"
Bovendien, zegt hij: als hij zo'n wethouder op subtiele wijze te kakken zette als ongelooflijke domoor, had hij de persoon in kwestie ook persoonlijk al wel op de hoogte gesteld van zijn mening. "Als journalist ben je geen allemansvriend. Er zijn mensen die me geen goeiendag zeggen. Dat moeten zij weten, ik heb daar geen moeite mee. En ik zeg gewoon hallo."
(...)
Dat je als letterknecht, zo noemt hij zichzelf graag, door 'wat letters in de juiste volgorde te zetten' heel wat teweeg kan brengen, juist op lokaal niveau, daar is Sjaak toch wel het levende bewijs van. Zeur in een columnpje wat over de bedroevende uitstraling van het Wollukse winkelhart in kersttijd, opper semi-lollig om een eigen glazen huis neer te zetten om lokale goede doelen te steunen, en de bal gaat rollen. Dat gebeurde hem in 2011. Een jaartje later zat hij samen met horeca-uitbaatster Ina van Cromvoirt vier dagen in het Kersthuis, het geld stroomde binnen en er kwamen massa's mensen op de been. Dit jaar volgt de reprise, Sjaak heeft vanaf nu tenslotte toch tijd zat.
Journalist, dat ben je en dat blijf je, maar journalist van het Brabants Dagblad is Sjaak Koolen vanaf vandaag niet meer. (...) Bovenal neemt de krant afscheid van zijn belangrijkste man in het 'buitengewest' Waalwijk. In Den Bosch zouden ze zo iemand stadschroniqueur noemen. Maar zo'n woord, dat past niet bij de gewone Waalwijker. En dus ook niet bij Sjaak, de man die de gewone Waalwijker een stem gaf.
Uit: het verhaal dat BD op 1 oktober 2016 plaatste bij het afscheid van Sjaak Koolen
De verzamelde columns van Sjaak
Een selectie uit de honderden columns die Sjaak voor Brabants Dagblad schreef, zijn te vinden in drie boekjes: De reünie, Iemand moet het doen en Niemand deed het. Van die drie bundels is alleen de laatstgenoemde titel nog verkrijgbaar, in The Read Shop in winkelcentrum De Els in Waalwijk.
Dit filmpje is gemaakt door Barbara de Cloe, voor BDTV.
De laatste column voor BD
481 maanden
Dit is de dag van het afscheid. Op de kop af veertig jaar en één maand was de pen mijn belangrijkste gereedschap. En nu is het over en voorbij. Althans bij het Brabants Dagblad. Een ander leven gloort en lacht mij bij voorbaat toe. Voor de laatste keer vul ik dit hoekje van de krant.
Vraag me niet hoeveel columns ik geschreven heb. Ik heb ze niet geteld, ik heb ze ook niet uitgeknipt. Ze liggen ergens opgestapeld in de digitale wereld. Ik kan alleen schatten hoeveel het er waren. Het moeten er tussen de zes- en zevenhonderd zijn geweest. Dat is niet verkeerd voor de eenvoudige letterknecht die ik altijd wilde zijn en blijven.
Natuurlijk, de ene column was beter dan de andere. De perfecte heb ik nooit geschreven. Misschien komt die ooit nog eens, maar dan op een ander podium. De ene vloeide ook gemakkelijker uit mijn pen dan de andere. Je zou het kunnen vergelijken met een onregelmatige stoelgang. Ik veronderstel dat ik niet hoef uit te leggen wat dat betekent.
Een ander leven, een ander ritme. Het zal even wennen zijn. Mijn naam zal niet meer boven een artikel staan. Geen telefoontjes of e-mails meer met de uitnodiging om eens langs te komen voor een mooi verhaal. De plicht zwijgt. Althans de plicht van de krant.
Om niet in een zwart gat te belanden, ben ik inmiddels aan het oefenen in het huishouden. Ik ben begonnen met een cursus stofzuigen. De kleine kruimelzuiger heb ik al onder knie. Met de grotere gaat het de goede kant op. Met wat geluk haal ik ook het diploma voor het zwaarste exemplaar dat we in huis hebben.
Mocht er dus al iemand zijn die zich zorgen maakt over mijn toekomst: niet doen. Ik zal me heus wel redden. Ik heb altijd gezegd dat ik de krant tevreden en lachend wilde verlaten. Dat is gelukt. Na precies 481 mooie maanden. Wat wil een mens nog meer!
Vraag me niet hoeveel columns ik geschreven heb. Ik heb ze niet geteld, ik heb ze ook niet uitgeknipt. Ze liggen ergens opgestapeld in de digitale wereld. Ik kan alleen schatten hoeveel het er waren. Het moeten er tussen de zes- en zevenhonderd zijn geweest. Dat is niet verkeerd voor de eenvoudige letterknecht die ik altijd wilde zijn en blijven.
Natuurlijk, de ene column was beter dan de andere. De perfecte heb ik nooit geschreven. Misschien komt die ooit nog eens, maar dan op een ander podium. De ene vloeide ook gemakkelijker uit mijn pen dan de andere. Je zou het kunnen vergelijken met een onregelmatige stoelgang. Ik veronderstel dat ik niet hoef uit te leggen wat dat betekent.
Een ander leven, een ander ritme. Het zal even wennen zijn. Mijn naam zal niet meer boven een artikel staan. Geen telefoontjes of e-mails meer met de uitnodiging om eens langs te komen voor een mooi verhaal. De plicht zwijgt. Althans de plicht van de krant.
Om niet in een zwart gat te belanden, ben ik inmiddels aan het oefenen in het huishouden. Ik ben begonnen met een cursus stofzuigen. De kleine kruimelzuiger heb ik al onder knie. Met de grotere gaat het de goede kant op. Met wat geluk haal ik ook het diploma voor het zwaarste exemplaar dat we in huis hebben.
Mocht er dus al iemand zijn die zich zorgen maakt over mijn toekomst: niet doen. Ik zal me heus wel redden. Ik heb altijd gezegd dat ik de krant tevreden en lachend wilde verlaten. Dat is gelukt. Na precies 481 mooie maanden. Wat wil een mens nog meer!
Bekende Waalwijker
De tol van de roem
Talloze handtekeningen heeft Sjaak inmiddels gezet. In zijn twee bundels met columns en in de naar hem vernoemde De Sjaak. Bij de presentatie van De Reünie waren de eerste toehoorders al drie kwartier voor aanvang aanwezig. Om toch maar zo dicht mogelijk bij het podium - en Sjaak - te kunnen zijn. Zo populair is Sjaak, mede dankzij zijn spraakmakende zaterdagse columns in het Brabants Dagblad